Van de markt had ik een zak abrikozen meegenomen die wat kleine plekjes vertoonden. Met dit weer gingen ze echter veel harder dan verwacht, dus had ik de keuze om ze óf weg te gooien, óf ze snel te verwerken. Aangezien ik erg voor dat laatste ben, was ik blij een beetje energie en inspiratie te hebben om dit ook daadwerkelijk te doen. Helaas geen exact recept, maar dit soort yoghurt ijsjes maken is gelukkig geen exacte wetenschap, dus zie het als inspiratie…
Ik heb de slechte plekken van de abrikozen afgesneden, het vruchtvlees ontdaan van de pitten, en ze vervolgens met een eetlepel water of zo zacht laten koken. Ik had ook nog twee passievruchten liggen die op gemaakt moesten worden, dus daar heb ik het pulp van toegevoegd nadat de abrikozen gekookt waren, samen met een beetje honing om het geheel te zoeten. Vervolgens heb ik deze fruitmoes door een zeef gedaan (ijsjes met van die zwarte pitten zijn toch wat minder aangenaam om te eten). Je kan het door een draaizeef doen, maar ik heb – omdat het geen hele grote hoeveelheid was – een gewone zeef gepakt met een pollepel. Nadat de moes was afgekoeld heb ik er een paar drupjes amandelessence en wat yoghurt doorgeroerd (ongeveer 1 deel yoghurt op 2 delen fruitmoes, maar je kan ook meer yoghurt gebruiken). Dit mengsel heb ik vervolgens ingevroren in ijsvormpjes.
Het werd een heerlijke frisse traktatie, hoewel de passievrucht uiteindelijk niet echt te proeven was. Een volgende keer laat ik die er uit.